Al in de 13e eeuw stond er een torenloze romaanse pilaarbasiliek met drie beuken in steen. In de 15e eeuw werd deze kerk omgeven door een zes tot acht meter hoge verdedigingsmuur in de vorm van een onregelmatige vierhoek. Aangenomen mag worden dat er ooit nog een verdedigingsmuur tussen deze muur en de kerk stond. Toen de kerk rond 1500 werd omgebouwd tot een vestingkerk, werden de zijbeuken verwijderd en werden de booggewelven van het middenschip en de bovenste zijbeuken dichtgemetseld.