In de eerste helft van de 13e eeuw werd een romaanse basiliek met een westelijke toren gebouwd en gewijd aan Sint-Nicolaas. De begane grond van de klokkentoren had een westelijk portaal en drie halfronde bogen die uitkwamen op de zijbeuken en het schip. In de tweede bouwfase werden de zijbeuken afgebroken en werd in het schip een laatgotisch sterribgewelf op rechthoekige steunberen aangebracht. De koorboog kreeg een spitsboog.